|
|
De struikelgelijkenis van het bruiloftsfeest
De gelijkenis van het bruiloftsfeest (Mat. 22:1-14)
verhaalt hoe een koning voor de bruiloft van zijn zoon gasten uitnodigt.
Deze bedanken voor de eer. Bij een herhaalde uitnodiging
mishandelen en doden sommigen zelfs de knechten van de koning. Koning razend.
Deze laat op zijn beurt de moordenaars doden en hun stad in brand steken.
Vervolgens wordt ieder die maar wil voor het bruiloftsfeest uitgenodigd.
Dat feest verloopt trouwens ook niet helemaal zonder incidenten. Iemand
zonder feestkleding wordt er hardhandig uitgegooid de duisternis in.
Eerlijk gezegd vind ik het een vervelende gelijkenis.
Hij boezemt op een bepaalde manier angst in. Het is een hard, want gewelddadig,
verhaal. Een struikeltekst of struikelgelijkenis.
Nu is deze gelijkenis ook bij Lucas te vinden
(14:15-24). De koning blijkt hier een man die een feestmaal geeft. Ook
hier zien we mensen die aan de uitnodiging geen gehoor geven. In hun plaats
worden de "armen en kreupelen, de blinden en de lammen" uitgenodigd. Die
komen wel en het wordt toch nog wat met dat feest. De versie bij Lucas
is veel ‘vriendelijker’ dan die bij Mattheüs. Er wordt tenminste niet
gemarteld en gedood.
Vrijmoedige interpretatie
Voor we nu het banvonnis uitspreken over de versie
bij Mattheüs kan het geen kwaad ons te realiseren, dat Jezus zelf
geen van zijn woorden en verhalen heeft opgeschreven. In eerste instantie
zijn ze mondeling doorgegeven. Later werden ze op schrift gesteld. Dat
er ondertussen met de woorden van Jezus het een en ander is gebeurd hoeft
niet te verbazen. Daarom is het vaak ook lastig te achterhalen op welk
moment en in welk verband ze oorspronkelijk hebben geklonken. Bovendien
zijn ze door de mensen die ze doorgaven omgevormd, gekleurd en aangepast
aan hun eigen situatie en problemen. Daar is niets mis mee. Dat doen wij
zelf ook wanneer we iets doorvertellen waar we vol van zijn. Ook wij leggen
dan het accent algauw daar waar we zelf het meest geraakt werden. Het is
goed dit in ons achterhoofd te houden bij het lezen van evangelieverhalen
en in het bijzonder bij dit type gelijkenissen.
Terug nu naar de gelijkenis van het bruiloftsfeest.
Een blik in de commentaren leert ons al snel dat de gelijkenis, zoals Mattheüs
die weergeeft, zo niet door Jezus is verteld. Wat blijkt? Toen de gelijkenis
werd opgeschreven duidde de vroege kerk hem vanuit haar eigen situatie:
polemisch naar het jodendom en vanuit haar eigen situatie als martelaarskerk.
Daarom wordt deze gelijkenis wel opgevat als een vorm van rechtvaardiging
van het evangelie tegenover zijn critici. Met andere woorden: de vroege
kerk interpreteert de gelijkenis nogal vrijmoedig vanuit haar eigen missie-
of zendingssituatie.
Vraag
Inmiddels leven wij in een totaal andere wereld.
Betekent dit nu ook dat wij met deze gelijkenis dus helemaal niets meer
kunnen? Dat hangt er natuurlijk maar vanaf. Wie afknapt op het gewelddadige
aspect in de versie van Mattheüs zal ik geen ongelijk geven. Dat voorop.
Toch stel ik nog iets anders voor.
Wat we zien is dat de vroege kerk - al in de
bijbel - de vrijheid neemt verhalen en gelijkenissen van Jezus op zichzelf
en haar eigen situatie toe te passen. Willen wij met deze struikelgelijkenis
meer doen dan het louter een interessant verhaal uit de vroege kerk te
laten zijn, dan zouden wij dat ook kunnen proberen. We moeten ons daarbij
natuurlijk wel realiseren dat zoiets altijd op verschillende manieren kan.
Een manier om deze gelijkenis op onszelf te betrekken
zou dus kunnen zijn om hem op te vatten als tot onszelf gericht. Dus dat
wij die mensen zijn die voor de bruiloft worden uitgenodigd. Als we daarbij
de bruiloft opvatten als beeld voor het volwassen worden, het vrij worden
van het ouderlijk huis, het uittrekken uit de onmondigheid van het kind-zijn,
dan kunnen we de gelijkenis horen als een vraag aan ieder van ons om gehoor
te geven aan de uitnodiging aan het bruiloftsfeest, dat wil zeggen: het
leven, ten volle mee te doen.
Daarmee is deze struikelgelijkenis een vraag
geworden waarop iemand of een groep mensen alleen zelf een antwoord kan
geven.
© JOHAN BLAAUW
naar begin |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|