www.
johanblaauw.nl

 
Artikelen
|
Recensies
|
Overwegingen
|
Columns
|
Gedichten
|
Varia
|
Sitemap
 

 

Over liturgie gesproken

Het zoeken en ervaren van God is een essentieel kenmerk van het christelijke geloof. Zonder problemen is dit echter niet omdat Gods aanwezigheid ook altijd een aanwezigheid in afwezigheid is. Gods aanwezigheid heeft immers iets principieel ongrijpbaars. Toch willen mensen met de onzichtbare God een levende relatie onderhouden.

Op allerlei manieren hebben ze dit geprobeerd. Onder andere door en in kerkdiensten. In de liturgie. Liturgie als oefening om samen iets te ervaren van God of het goddelijke. Vandaar die wat ouderwets aandoende naam voor een kerkdienst: godsdienstoefening.
Om deze ervaring mogelijk te maken hebben we de liturgie gelukkig niet zelf hoeven uit te vinden. Die was er al toen we geboren werden. In de protestantse liturgie overheerst de opvatting dat in het woord van God, zoals dat in liederen, gebeden, lezingen en preek kan oplichten, ook de ervaring van God plaatsvindt. Bij vrijzinnigen vaak uitmondend in de stilte voor de voorbeden als het - mystieke - moment, waar we hopen iets van de ademloze stilte (I Koningen 19 : 12), waarin God aanwezig is, te mogen ervaren. In de Rooms-katholieke liturgie ligt dit moment bij de eucharistie, de uitdeling van brood en wijn.
Het lijkt mij niet nodig dit verschil tussen protestantse en rooms-katholieke liturgie zo strikt aan te hangen dat het òf het een òf het ander is. Er leiden nu eenmaal meer wegen naar Rome, ook al ontkent Rome dit zelf.

Protestanten noemden behalve de doop ook het avondmaal een sacrament. De Rooms-katholieken kenden er zeven, de protestanten twee. Deze sacramenten zijn nogal problematisch geworden omdat veel mensen de zin ervan ontgaan is. Niet nodig, dunkt me, omdat de eigenlijke zin ervan helemaal niet zo ingewikkeld is. Om me tot de protestantse twee van doop en avondmaal te beperken: het zijn pogingen om geboorte en eten een godsdienstige of gelovige betekenis te geven. Zo natuurlijke zaken als de komst van een nieuw mens of eten, waarzonder we niet kunnen leven en er geen toekomst is, werd in een breder perspectief geplaatst. Er werd als het ware een dimensie aan toegevoegd die oriëntering gaf. Oriëntering op God. Een poging om God niet iets abstracts, iets verwegs en iets alleen maar ongrijpbaars te laten zijn, maar om juist met deze onzichtbare God een levende relatie te onderhouden.

Wat het delen van brood en wijn betreft: ook een poging om gemeenschap te stichten tussen mensen. Samen eten is ook een gemeenschappelijk gebeuren, waarbij je meer met elkaar deelt dan alleen het eten en de drank die je nuttigt. Een maaltijd heeft ook een geestelijk aspect. Hij is ook een ontmoetingsgebeuren.

In het delen van brood en wijn - om nog een stap verder te gaan - zit ook iets van een complot dat we samen smeden. Een complot waarin we nee zeggen tegen lichamen die gebroken worden en nee tegen het vergieten van onschuldig bloed. Een gezamenlijk vooruitlopen op een werkelijkheid die er nog niet is, maar waar we wel verlangend naar uitzien.

Deze aspecten (en uiteraard nog veel meer) spelen mee wanneer mensen liturgie 'vieren'. Liturgie als poging, als spel, als heilig spel, om met de onzichtbare God een levende relatie te onderhouden of weer te herstellen.

 © JOHAN BLAAUW

naar begin