|
|
Pasen bij Markus
Algemeen wordt het evangelie van Markus beschouwd
als het oudste van de vier evangeliën. Het eindigt vrij abrupt (Mk.
16 : 8). Het stukje dat daarna nog volgt (Mk. 16 : 9 – 20) en in de meeste
bijbelvertalingen tussen haakjes staat, is vermoedelijk later toegevoegd
en niet van de hand van de schrijver van het Markusevangelie. Geen van
de vier evangeliën beschrijft de opstanding zo sober en terughoudend
als Markus.
Het opvallendst van zijn beschrijving van de opstanding
vind ik altijd het ontbreken van grote woorden, overweldigende beelden
en enorme vergezichten. Tegelijkertijd kan ik me niet aan de indruk onttrekken
dat Markus ook hier zijn woorden wel degelijk gewikt en gewogen heeft.
Wat zien we?
Maria van Magdala, Maria de moeder van Jakobus
en Salome kopen specerijen om het lichaam van Jezus te balsemen. Drie vrouwen.
In alle vroegte begeven zij zich naar het graf. De zon was net opgegaan
(Mk. 16 : 2).
Terwijl ze het er met elkaar nog over hebben
wie de steen van de opening van het graf moet wegwentelen, zien ze opeens
dat dit al gebeurd is.
In de grafruimte zit een jongeling in een witte
mantel. Hij vertelt ze dat Jezus, de Nazarener, is opgestaan. “Hij is niet
hier”. Hij vraagt de vrouwen aan Jezus’ leerlingen en Petrus te zeggen
dat hij “vóór jullie uit” op weg is gegaan naar Galilea.
Dus waar zij allemaal vandaan kwamen.
Vervolgens gaan de drie vrouwen naar buiten.
Het graf uit. Ze vluchten weg van die plaats.
Verbijsterd. In verwarring. Dan volgt er nog
één zin, waarmee Markus zijn evangelie besluit: “En zij zeiden
er niemand iets van; want zij waren bevreesd” (Mk. 16 : 8).
Jezus'
opstanding, Gerhild Mölle, 2000
Soberheid
Pasen bij Markus. Soberder had hij het nauwelijks
kunnen vertellen.
Juist deze soberheid, deze bijna onderkoelde
manier van vertellen, heeft iets prachtigs en raakt me.
Een leeg graf als beeld voor de opstanding. Het
laat het geheim, het mysterie van dood en leven, wat Pasen toch vooral
verbeeldt, intact. Een beeld dat te denken geeft. Open. Speelruimte voor
onze verbeelding.
In zijn openheid verwijst het ook naar ons eigen
leven. Iedereen kent immers ervaringen van verlies. Net als de drie vrouwen
op deze vroege paasmorgen zou je wie of wat je verliest soms willen balsemen.
Nog eenmaal je liefde en gehechtheid uitdrukken. Meestal kan dat niet.
Verbijstering, woede, verdriet: ze vechten om de voorrang.
Langzaam, heel langzaam – vaak met tegenzin –
besef je dat je terug moet naar Galilea, zoals de jongeling in de witte
mantel de drie vrouwen in overweging geeft.
Galilea
Galilea. Waarom Galilea? Het is de plek waar
je woont en werkt. Kortom: jouw eigen leven. “Daar zul je hem zien”, zegt
de jongeling.
Hoe? Hier zwijgen en de jongeling en Markus.
Bedoelen ze misschien dat de drie vrouwen Jezus navolgend hem daar zullen
zien? Misschien wel, maar ze zeggen of schrijven het niet.
Waarom niet? Misschien wel uit eerbied en respect.
Uit eerbied en respect voor mensen. Omdat ze weten dat de opstanding een
beeld is voor een geheim dat zich in ieders leven anders voltrekt.
Pasen bij Markus. Een open slot van zijn evangelie.
In zijn soberheid (en openheid) speelruimte voor onze verbeelding. Misschien
is het slot van dit evangelie me daarom wel zo lief.
© JOHAN BLAAUW
[De gebruikte vertaling van Markus
is die van Dr. Marie H. van der Zeyde]
Bovenstaande bijdrage verscheen ook op Zinprofiel
naar begin |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|