www.
johanblaauw.nl

 
Artikelen
|
Recensies
|
Overwegingen
|
Columns
|
Gedichten
|
Varia
|
Sitemap
 

 

Niet lijdzaam toezien!

Het is mogelijk de extreme misdaden die de nazi's begingen te zien als uitingen van mensen die eigenlijk ziek waren, extreem racistisch, sadistisch en bezeten door de duivel.

Het risico van deze benadering is dat we daarmee het kwaad buiten onszelf kunnen plaatsen en degenen die deze misdaden hebben begaan krachtig veroordelen. 'Auschwitz' kan dan algauw een tragische terugval in de barbarij worden en een jammerlijk en pijnlijk intermezzo in de overigens opgaande lijn van onze beschaving.
Het is echter ook mogelijk de extreme misdaden van de nazi's te zien als iets waartoe mensen in staat zijn. Wel wordt de vraag dan onontkoombaar: Waarom zij toen wel, maar wij nu niet? Het bijna angstaanjagende van deze opvatting is dat wij mensen, zonder monsters of duivels van een andere planeet te zijn, kennelijk trekken in ons dragen die tot zulke onmenselijkheid kunnen leiden.
Het door Didier Pollefeyt en Jef Bulckens geredigeerde boek Niet lijdzaam toezien! kiest voor deze laatste benaderingswijze. "Alleen wanneer wij dit vermogen tot het kwaad in onszelf onderkennen, zullen wij het kwaad ook effectief kunnen bestrijden." Het boek gaat over de worsteling met de problematiek van het lijden in het bijzonder in de jongerencultuur en biedt verwerkingskansen ervan voor school en godsdienstonderwijs.

Godsdienstpedagogische benaderingen van het lijden
Het eerste deel onderzoekt verschillende godsdienstige benaderingen van de lijdensproblematiek. Zo komen achtereenvolgens het Boeddhisme ter sprake, het Oude Testament, het Marcusevangelie en de vraag of de klassieke christelijke modellen nog wel relevant zijn om met het lijden om te gaan. Onderliggende opvatting bij de diverse auteurs is dat het belangrijk is dat lijden ook de kans moet krijgen erkend en benoemd te worden. Waarom? Omdat het, wanneer het die kans niet krijgt tenslotte als een etterbuil in ons gezicht open zal spatten.
Het tweede en grootste gedeelte van het boek biedt godsdienstpedagogische benaderingen van het lijden. Om te beginnen wordt hier de lijn van het voorgaande doorgetrokken door te laten zien dat veel latere drama's hadden kunnen worden voorkomen wanneer problemen bij leerlingen vroegtijdig gesignaleerd waren en deskundig ter hand genomen. Het boek pleit dan ook voor leerlingconsult als laagdrempelige hulpverlening door het personeel van de scholen zelf en als voorbeeld van zorgvuldige omgang met leerlingen.

Confrontatie met de holocaust
In de vorm van een soort evaluatie van verschillende projecten om het boek Job in catechese en godsdienstonderwijs te bespreken wordt een nieuw project rond Job gepresenteerd. Kenmerkend hiervoor is dat de nadruk erin minder ligt op kennisoverdracht omtrent de inhoud van Job en de vragen die erin aan bod komen en meer op de vraag hoe de deelnemers zelf God ter sprake kunnen brengen in situaties van ernstig lijden.
In het langste hoofdstuk van het boek gaat Didier Pollefeyt nader in op de holocaust in het onderwijs. Aan de hand van dagelijkse 'ondeugden' als fragmentatie, depersonalisatie en machtswellust houdt hij ons voor "dat het kwaad van Auschwitz geen duivelse realiteit is, maar een universele menselijke mogelijkheid".
Voor het leerproces en het slagen van dit type leerproject beschouwt hij dit inzicht als fundamenteel. Pollefeyt gaat er daarbij van uit dat deze door hem voorgestane confrontatie met de holocaust als historische gestalte van kwaad en lijden jongeren in staat stelt "om te groeien tot een persoonlijke omgang met en visie op lijden en kwaad, rondom zich en in zich". Bovendien krijgen jongeren zo het instrumentarium aangereikt "om in een proces van communicatie met anderen te treden over wat nastrevenswaardig is, over wat noodzakelijk is opdat in de samenleving van de toekomst lijden en onrecht zoveel mogelijk geweerd" kunnen worden.

Onuitsprekelijke zinvol verbeeld
Tot hier gekomen heeft de lezer nog twee boeiende hoofdstukken tegoed. Het ene gaat over lijdenservaring en -verwerking in jeugdromans. Hier worden Nu weet ik het van Aidan Chambers en Mijn naam is Asher Lev van Chaim Potok geanalyseerd omdat beide romans de problematiek van het lijden in een religieuze context plaatsen. De jeugdige hoofdpersonen maken beide boeken bovendien herkenbaar voor jongeren.
Het andere gaat over de lijdensthematiek in de moderne (religieuze) kunst. In dit hoofdstuk wordt onder meer nader ingegaan op De schreeuw van Edvard Munch, het Treurende ouderpaar van Käthe Kollwitz en Picasso's Guernica als voorbeelden van kunstuitingen waarin het onuitsprekelijke zinvol wordt verbeeld.

Het bijzondere van dit boek vind ik dat het het lijden onder jongeren serieus neemt en zoekt naar wegen daar zinvol mee om te gaan. De presentatie van de stof maakt het boek niet alleen boeiend voor wie dagelijks met jongeren van doen hebben, maar voor iedereen die met lijden te maken heeft. En dat vind ik het knappe van dit boek.

© JOHAN BLAAUW

Deze recensie werd eerder gepubliceerd in Trouw van 9 april 1996

D. Pollefeyt en J. Bulckens (red.), Niet lijdzaam toezien! Godsdienstige verwerking van lijden in de huidige (jongeren)cultuur, Acco Leuven 1995